Proloog

Proloog
Begin jaren ‘90

… ook dan zou het duister
voor U niet donker zijn…
Psalm 139:12

De brede, onverharde zandweg kronkelt voor hen uit. De bebouwde kom ligt een flink aantal kilometers achter hen en de geasfalteerde weg in het buitengebied is overgegaan in een breed pad dat door de bossen van de Veluwe kronkelt. Het schemert en de schaduwen van de bomen vallen over hen heen.
Het is stil in de hobbelende auto, niemand zegt iets. Allemaal denken ze maar aan één ding: Anna redden.
Veel weten ze niet, alleen dat Evelines schoolvriendin is meegenomen door de eigenaar van een partycentrum waar Anna houseparty’s bezocht. Hij liet zijn oog op haar vallen en zorgde ervoor dat ze diep in de housescene terecht kwam. Ze kreeg drugs aangeboden en eindigde als danseres op het podium. Eveline nodigde haar een paar maanden geleden uit om eens mee te gaan naar de tieneravond van de Wijngaardkerk waar David, Stefan en Sandra tienerleiders zijn. Anna werd geraakt door wat ze daar hoorde over de liefde van God, zo’n andere liefde dan die zij kent. Ze besloot te stoppen met het dansen en wilde uit de wereld van housemuziek, drugs en seks stappen. De eigenaar van het partycentrum had echter andere plannen – hij wilde haar meenemen naar zijn lounge van Vrijmetselaars. 
Sandra neemt gas terug en probeert wat diepe kuilen te vermijden. Naast haar houdt David de sluiting van het zijraam vast, anders kleppert het ding bij elke hobbel open. Achterin de kleine Deux Chevaux turen Eveline en Stefan gespannen uit het raam de schemering in. 
Na een bocht zien ze een groot landhuis voor zich opdoemen. Voor het huis staat een grote stenen waterbak met een fontein in het midden. Er staan verschillende dure, luxe auto’s geparkeerd op het grint eromheen. Een oude trap met uitgesleten treden leidt naar een breed bordes. De zware, houten deur is dicht.
‘Oké jongens, het is zo ver. Steef en ik gaan erheen,’ herhaalt David hun plan nog een keer. ‘Jullie blijven in de auto. Zorg dat je klaar staat om weg te rijden, Sandra.’ Sandra knikt, draait de oude Eend en parkeert zoveel mogelijk uit het zicht langs het pad, vlak voor de witte hekken die het begin van het terrein markeren.
David en Stefan stappen uit. ‘God, sta ze bij!’ fluistert Eveline als ze hen half bukkend, vlak langs de bosschages ziet weglopen.
Stefan voelt de adrenaline door zijn lichaam gieren terwijl hij gebukt achter David aan loopt. David kijkt over zijn schouder als hij voorstelt dat ze eerst om het huis heenlopen om te zien wat er gaande is en of ze naar binnen kunnen. ‘En om te ontdekken waar ze is,’ voegt Stefan eraan toe. David knikt bevestigend.
Ze komen bij het gebouw en verschuilen zich in de struiken naast het huis.
‘Jullie zijn sterk, jullie hebben de duivel overwonnen,’ fluistert Stefan om zichzelf moed in te spreken.
‘Jezus is overwinnaar,’ reageert David en geeft hem een zachte stomp tegen zijn schouder. ‘Met Jezus kunnen we dit aan, Steef,’ bemoedigt hij zijn jeugdvriend.
Vastberaden sluipen ze verder.
Ze proberen via de ramen naar binnen te gluren, maar die zijn afgesloten door gordijnen. Ze lopen om het statige, grote gebouw heen.
‘Er moet aan de achterkant ergens een deur zijn,’ mompelt David.
Ze kruipen door de rododendronstruiken en langs schaduwpartijen. Aan de achterkant vinden ze een deur. Stefan duwt er voorzichtig tegenaan. De oude deur gaat piepend open. Zijn hart klopt wild in zijn keel als hij de duisternis ingaat. Hij stoot zijn knie een paar keer hard, maar houdt zijn pijnkreten binnensmonds. Had hij maar een zaklamp bij zich. Waar zijn ze mee bezig? Is dit wijs? Stel dat dit echt een bijeenkomst is van een besloten groep vrijmetselaars die zich diep in duistere vrijmetselaarspraktijken bevinden? Maar…hoe kunnen ze niks doen terwijl ze weten dat een van de tieners uit hun groep hier binnen is…
‘Heer, U bent mijn licht en mijn behoud,’ citeert hij zachtjes Gods Woord.
In het donker zoeken ze hun weg door de bijkeuken, vinden nog een deur en komen dan in een keuken uit. Er staat een ouderwets fornuis, met een tegelwand erachter waar oudhollandse afbeeldingen op staan. Koperen ketels hangen aan de zijkanten van de schoorsteenpijp. In de kamer naast de keuken horen ze vreemde, zangerige geluiden, als rituele muziek. Stefans nekharen gaan overeind staan en rillingen lopen over zijn rug. Wat is hier voor duistere ceremonie gaande?
David wenkt hem en wijst naar een kier in het doorgeefluikje naast het aanrecht. Stefan gaat naast zijn vriend staan en kijkt ook. Ze zien mannen in zwarte pijen. De ruimte is schaars verlicht door kaarsen. De mannen wiegen heen en weer en kijken naar iemand bij een tafel die een of ander ritueel uitvoert.
Dan ziet hij haar. Daar, tussen twee grote kerels in, staat de zestienjarige Anna. Ze draagt enkel een weinig verhullend sexy jurkje.
Stefan ziet hoe ze met grote, bange ogen rondkijkt en probeert zich los te wurmen. De mannen aan weerszijden van haar houden haar echter in een stalen greep.
Anna zit gevangen.
‘Oh God, help ons,’ fluistert David. ‘wat zijn ze van plan met Anna? Wat moeten we doen?!’
Stefan voelt een enorme boosheid in zich opkomen als hij zich realiseert dat Anna ernstig in gevaar is en hij de zware duisternis voelt die heerst in het huis. ‘We gaan haar redden. Hoe dan ook. We stormen gewoon naar binnen!’ fluistert Stefan boos, maar meteen voelt hij twijfel. Durft hij dat wel?
‘Steef,’ David legt een hand op zijn arm en kijkt hem doordringend aan. ‘We moeten bidden… in tongen. Dan kunnen we onze gedachten erbij houden. De Heer is onze enige bescherming tegen satan en zijn boze machten. Klaar? Daar gaan we..!’
Voordat Stefan kan reageren, gooit David de deur open. Een enorm ijsblok van kou stort uit de kamer over hen heen en een dikke duisternis slokt hen op. Het lijkt of hij stikt, maar dan begint hij in tongen te bidden. Hij ziet de eigenaar van het Partycentrum tussen de anderen staan. Ook hij draagt een zwarte pij en verbazing trekt over zijn gezicht. Toen Anna steeds vaker naar de tienergroep kwam, was dat het begin van haar weg uit de duisternis naar Jezus toe, het Licht. Hoe wrang dat hij haar nu alsnog te pakken heeft gekregen…
‘Jezus is sterker!’ roept Stefan moediger dan hij zich voelt.
Luid in tongen biddend stormen ze de kamer binnen. Hij voelt een enorme kracht uit zijn binnenste omhoog komen en terwijl ze zich langs de mannen in hun zwarte pijen worstelen, delen ze rake klappen uit. De mannen in de ruimte zijn verbijsterd.
Stefan ziet dat Anna haar kans grijpt om te ontsnappen. Ze rukt zich los uit de verslapte greep van de afgeleide mannen en rent de deur uit, de lange gang op....